'Wat houden hechtingsproblemen en trauma in, wat zijn kenmerken en wat kan je doen qua begeleiding?'

Trauma
&
Hechting

Zowel trauma als hechting zijn pittige onderwerpen. Ze uitten zich op zoveel verschillende manieren, we kennen ze nog steeds niet allemaal. Toch zal ik proberen deze onderwerpen goed toe te lichten. 

 

Hierboven zie je een afbeelding die simpel laat zien hoe een gezonde hechting zou moeten verlopen. De eerste 2,5 jaar van een baby en dreumes is de meest belangrijke fase van hechting. Door gezonde hechting met de ouder krijgt het kind zelfvertrouwen, worden ze veerkrachtig en zijn ze beter in staat om te leren. Een goede en veilige hechting ontstaat door oprechte liefde, echte communicatie (contact) en goede interactie.

 

Hechtingsstijlen


Meneer John Bowlby kwam in 1988 met de hechtingstheorie. In deze theorie beschrijft hij de hechtingsdynamiek binnen (inter)persoonlijke relaties. Als eerst richtte deze theorie zich alleen maar op kinderen, maar inmiddels is deze uitgerekt. Zo kwamen we erachter dat we gedragsgewoonten en hechtingsstijlen van vroeger meenemen in ons volwassen leven. Er zijn vier hechtingsstijlen:

1. Veilige hechting: Deze vorm van hechting vindt plaats wanneer het kind kan vertrouwen op de ouder(s)/verzorger(s) en wanneer de ouders nabijheid, bescherming en emotionele steun bieden. Dit is de meest bevorderlijke hechtingsstijl.
Bij een veilige hechting is er namelijk sprake van een gezonde balans tussen exploratiedrang en het opzoeken van de zorgfiguur. Het kind durft nieuwe uitdagingen aan te gaan en voelt zich vertrouwd bij de zorgfiguur als er iets mis is gegaan en zoekt troost. Na de troost zal het kind opnieuw onderzoekend gedrag vertonen.

2. Angstig-ambivalente hechting: Deze hechting komt voor bij kinderen die verlatingsangst vertonen en/of ervaren wanneer de kinderen worden gescheiden van zijn ouder/verzorger. Het kind voelt zich ook niet 100% gerust gesteld wanneer de ouder terugkomt maar zoekt wel veel toenadering.
De ouders/verzorgers zijn vaak onvoorspelbaar en afwezige op cruciale momenten.

 

3. Vermijdende hechting: Het kind is vroegtijdig zelfstandig. Het kind vermijd ouders/verzorgers. De verzorgers zijn vaak afwijzend, afwezig en niet erg sensitief.

 

4. Gedesorganiseerde hechting: Bij deze kinderen is er sprake van afwisselende kenmerken van de bovenstaande hechtingsstijlen. Soms zoekt het kind toenadering bij de ouder, maar dit levert zowel stress als angst op.

 

Wanneer spreken we over hechtingsproblematiek? Eigenlijk is elke gradatie van onveilige hechting al sprake van hechtingsproblematiek.

Hoe kan hechtingsproblematiek ontstaan in de eerste fasen van bestaan?
- Ongewenst zwangerschap
- Problematische bevalling
- Te vroeg geboren
- Huilbaby
- Stress bij moeder tijdens zwangerschap
- Postnatale depressie
- Drugs gebruik
- Verwaarlozing
- Plotseling wegvallen van een ouder

 

Gevolgen van onveilige hechting: geen vertrouwen in anderen, geen/weinig zelfvertrouwen, moeite met autoriteit en het niet begrijpen van sociale omgangsnormen. 

Onveilige hechting is een risicofactor voor forse gedragsproblemen op latere leeftijd!

 

Zelf heb ik de hechtingstest gedaan. Mijn scores zijn het hoogst bij angstige hechting (dat dacht ik al). Hier is een link om zelf ook de test te doen: https://test.psychologiemagazine.nl/test/Wat-is-je-hechtingsstijl/resultaat

Hieronder ziet u een beknopte socialisatie van mijzelf waarbij de voeding voor angstige hechting enigszins terug te herleiden is.