Kinderen kunnen agressief en opstandig zijn. Dat is normaal. Denk aan de 'peuterpuberteit' en ook de 'pubertijd'. Maar als het rebelse en agressieve gedrag regelmatiger voorkomt en langer standhoudt dan daarvoor, kan er sprake zijn van ODD of CD.

ODD en CD staan bekend om de agressieve impulsen die mensen hebben met ODD en CD. Op deze pagina ga ik vooral in op ODD. ODD staat voor Oppositional Defiant Disorder. Vertaalt in het Nederlands zou het oppositioneel opstandige gedragdsstoornis betekenen. Het heeft dus te maken met opstandig gedrag en agressief gedrag. Wanneer is het nou duidelijk dat een kind ODD of zelfs CD zou hebben? Hieronder noem ik een aantal gedragskenmerken van ODD:

- Is vaak ontevreden en boos; ruziezoekend/uitdagend gedrag, ergert anderen opzettelijk

- Wraakzuchtig; in het afgelopen halfjaar is een kind minstens twee keer echt hatelijk of wraakzuchtig geweest naar een ander/anderen.

- Boze en prikkelbare stemming; verliest vaak de kalmte/rust, weigert te doen wat autoriteiten van hem/haar vragen, 

LET OP: Er is alleen mogelijk spraken van ODD als deze gedragingen minstens 6 maanden hebben geduurd tot op huidig moment.

Er is niet één oorzaak aan te wijzen wat ervoor zorgt dat iemand ODD heeft. We kijken naar twee factoren. De genetische aanleg en omgevingsfactoren. Als je genetische aanleg hebt, betekent dit dat het in de familie zit. Omgevingsfactoren bedraagt alles waar het kind in zijn/haar dagelijkse leven in aanmerking mee komt.

In het SO (speciaal onderwijs) maar ook gewoon basisonderwijs is het verstandig om strategieën te bedenken voor de dynamiek in de klas. Een kind met ODD in de klas zorgt wellicht voor andere afspraken in de klas dan normaal. Daarom is het schema hieronder handig om te gebruiken voor je doelen met de leerlingen. Op deze manier krijg je een helder overzicht van niet alleen je doelen met de kinderen, maar ook hoe je deze doelen gaat behalen. Dat zorgt al voor meer rust bij de leerkracht, wat automatisch doorstraalt naar de klas en leerlingen.