Specialist passend onderwijs

Passend Onderwijs
Mijn keuzedeel is passend onderwijs. Ik heb voor dit keuzedeel gekozen, want zelf heb ik raakvlakken met meerdere 'stempels'. Losstaand daarvan lijkt het mij erg belangrijk de verschillen tussen deze 'stempels' te begrijpen (theoretisch gezien) en te herkennen! Hierom heb ik dit keuzedeel gekozen.
Op deze pagina van mijn website ziet u mijn ontwikkeling van begin tot eind over dit keuzedeel.

Kwalificatie Dossier

Op Firda werken wij met een KD (kwalificatie dossier). In het KD staan de voorwaarden en verwachtingen uitgebreid uitgelegd. Dit KD zal ik voor u samenvatten. Alvast een belangrijke verduidelijking. Passend Onderwijs (PO) heeft te maken met chronische beperkingen/ziekten. Oftewel fysieke of mentale belemmeringen die permanent zijn.

De belangrijkste vaardigheden waar we aan de slag mee gaan zijn: Inventariseert ontwikkelingsbehoeften vanuit PO. + Stelt begeleidings- en/of lesplannen op.Voert activiteiten in het kader van PO uit.Bewaart en bevordert de kwaliteit van de zorg en begeleiding gericht op PO.

Wat ik denk te weten aan het begin

De zorg in het kort op het ISK

De zorgstructuur op het ISK is opgedeeld in drie structuren. Die noemen we de 1e lijn zorg, 2e lijn zorg en 3e lijn zorg.
Deze zorg lijnen leggen uit hoe de school omgaat met kinderen waarbij bijzonderheden worden gedetecteerd. Deze lijnen zijn tegelijkertijd de basisondersteuning die de school aanbiedt.

1e lijn basisondersteuning bestaat uit de volgende personen: Mentor, de conciërge, de administratie, ouders/voogd, leerling.
De mentor is de centrale persoon in de 1e lijnbegeleiding, het eerste aanspreekpunt voor ouders, zorg of voogd. Via de mentor kunnen leerlingen met een (grotere) zorgbehoefte aangemeld worden bij de zorgfunctionaris. Ook voor collega’s die iets opvalt aan een leerling is de mentor het eerste aanspreekpunt.
Mocht er iets direct besproken of verteld moeten worden en mentor is die dag niet aanwezig? Dan kun je terecht bij de pedagogisch medewerker.

2e lijn basisondersteuning wordt vervuld door de volgende rollen:  jongerenwerk, ZAT (zorg advies team bestaande uit leerplichtambtenaar en orthopedagoog), teamleider en zorgfunctionaris. 
De zorgfunctionaris behoort tot de 2e lijnbegeleiding. De zorgfunctionaris is verantwoordelijk voor de organisatie en inrichting van zorgactiviteiten voor de ISK. Oftewel een zorgfunctionaris is degene die binnen de school adviseert, coördineert en evalueert op het gebied van zorg.

Alle externe contacten vallen onder 3e lijnbegeleiding. In eerste instantie zijn dit alle leden van het ZAT (zorg advies team). In het ZAT worden signalen/zorgen besproken en wordt er naar passende zorg en/of begeleiding (intern of extern), diagnostiek en/of behandeling gezocht. Zowel ouders als de leerling zelf geven toestemming voor de inbreng van het ZAT. Een overleg met het ZAT vindt eens in de zes weken plaats. De volgende rollen zijn altijd aanwezig tijdens zo’n gesprek: de zorgfunctionaris, de orthopedagoog, de JGZ verpleegkundige en de leerplicht ambtenaar.

 

Dit is de rode draad van hoe de zorg werkt op het ISK. De sociale kaart en de betrokken partijen. Hier vindt u een link met de zorgstructuur nog nauwkeuriger toegelicht.




Overzicht van onderwijs regels en wetten in chronologische lijn

Samenvatting poster over Lyndensteyn, speciaal onderwijs

De gastles over Lyndensteyn heb ik samengevat in een poster

Na een bezoek aan Lyndensteyn zelf heb ik een nog beter beeld gekregen van de school. We kregen een uitgebreide rondleiding. 
De school en het schoolplein zijn erg ruim. Met rolstoelen en andere belangrijke, grote hulpmiddelen hebben ruimte en kunnen goed bewegen en draaien. De toiletten zijn ook ingericht op een manier dat iedereen hier gebruik van kan maken.
Ook hebben ze allemaal verschillende lokalen. Kunst en schilderruimtes een eigen gymzaal en zelfs een podium waar ze voorstellingen kunnen uitvoeren. Een paar kinderen heb ik gesproken en allemaal zijn lovend en blij met hun school. Het was een prachtig bezoek!

 

LHBTQIA+

 

Passend onderwijs gaan niet alleen over leer of gedragsproblematiek en/of stoornissen. Het gaat ook om inclusiviteit op gebied van sekse en gender. Hoe spreek je de groep aan? We spreken over het algemeen nog steeds in de man/vrouw dualiteit. 'Dames en heren' 'jongens en meisjes' roze hoort bij meisjes en blauw bij jongens. Voor kinderen en ouders, verzorgers, opvoeders is het fijn om neutrale termen hiervoor te gebruiken. Spreek de groep aan met iedereen bijvoorbeeld.

 

Hieronder de betekenissen van LHBTIQA en de betekenis van +
Lesbisch: Een lesbienne is iemand die zichzelf identificeert als vrouw en op romantisch en seksueel gebied valt op vrouwen.


Homoseksueel: De 'h' staat voor homoseksueel. Dit houdt in dat je jezelf identificeert als man en op romantisch en seksueel gebied valt op vrouwen.


Biseksueel:  Iemand die biseksueel is, valt op vrouwen en mannen. Er wordt gesproken over een inclusievere term 'bi+', omdat er mensen zijn die zich als pangender identificeren en zeggen daarmee dat ze op alle mensen kunnen vallen, ongeacht hun sekse of gender.


Transgender: Mensen die transgender zijn, voelen zich niet één met het geslacht waarmee ze geboren zijn. Je kan transman, transvrouw of non-binair zijn. Als transvrouw ben je geboren met het mannelijks geslachtsdeel en organen. Als transman ben je geboren met de vrouwelijke geslachtsonderdelen en organen. Een non-binair iemand zijn, betekent dat jij je niet man of vrouw voelt, maar ergens daarbuiten of juist tussenin.


Queer of questioning: Deze term wordt gebruikt door en voor mensen die zich niet willen identificeren met een vastgesteld gender of seksuele oriëntatie.


Intersekse: Intersekse mensen zijn mensen die zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken hebben. Intersekse is niet is wat je bent, maar wat je hebt. Zoals iemand rood haar heeft, maar niet rood haar is. Je kan een vagina hebben en testikels als intersekse.


Aseksueel: Een aseksueel persoon voelt geen seksuele aantrekking naar andere mensen.


+: De '+' staat voor alle andere vormen van genderidentiteit en seksuele oriëntatie.