Autisme is een bekende term, al spreken we daar officieel niet meer over. Vanaf 2017 spreken we over 'ASS'. Dat staat voor Autisme Spectrum Stoornis. De ASS was vroeger verdeeld onder de volgende termen:

 

- Klassiek Autisme, syndroom van Kanner

- PDD-NOS, Pervasive Development Disorder, not otherwise specified

- Syndroom van Asperger

- MCDD, Multiple Complex Developmental Disorder

De reden dat we nu spreken over ASS komt omdat al de bovengenoemde vormen veel gemeenschappelijke kenmerken hebben. Ook zorgde de oude indeling voor veel spraakverwarring, omdat ouders zich gaan inlezen op internet en bepaalde kenmerken van hun kind daaraan koppelen terwijl deze kenmerken er misschien niet bij horen.

Hoe herken je leerlingen met autisme? 

- Beginnen laat met praten.
- Ze hebben moeite met mensen in de ogen aankijken.

-  Houden niet van aanraking.
- Tonen weinig interesse naar anderen.

- Er is vanuit het kind weinig behoefte om dingen samen te doen en te delen.

- Ze hebben veel kennis over bepaalde onderwerpen.

- Meestal een groot analytisch denkvermogen.

- Ze hebben een scherp oog voor detail.

- Kinderen die in het spectrum zitten hebben een erg goed geheugen.

 

Hieronder staat mijn ASS hulpkaart voor in de klas of in huis.