Nederlands als tweede taal
~ Nt2 ~
In Nederland wonen inmiddels veel mensen die onze taal nog moeten leren. Deze doelgroep is de afgelopen jaren erg gegroeid en zal voorlopig blijven groeien. Als iemand een andere moedertaal heeft en hier komt wonen, moet deze persoon Nederlands naast zijn moedertaal leren. Dat noemen we afgekort nt2 en betekent 'Nederlands als 2e taal'. De ontwikkeling van het leren van een tweede taal verloopt namelijk anders dan bij jonge kinderen die hun eerste taal (dus moedertaal) automatisch aangeleerd krijgen door ouders, omgeving en misschien school.
Hoe snel iemand Nederlands leert, ligt aan verschillende factoren. Hieronder licht ik een aantal toe:
- Leeftijd is één van deze factoren. Hoe jonger iemand is, hoe makkelijker het is om een taal aangeleerd te krijgen.
- Met de onderwijs achtergrond wordt bedoeld of iemand wel of geen onderwijs heeft gehad in het moederland. Wat we vaak zien op de ISK is dat de kinderen die geen onderwijs hebben gehad, erg moeite hebben met het leren van een tweede. Niet omdat er cognitief iets aan de hand is, maar de schoolse setting en manier van werken zijn deze kinderen niet gewend. Dit is te merken aan de concentratie boog en hoe snel ze bepaalde opdrachten begrijpen.
- De taalafstand heeft te maken hoe ver de moedertaal van de tweede taal ligt. Er wordt onder andere gekeken naar uitspraak (op welke manier worden klanken gebruikt in een taal) en grammatica (zinsopbouw). Een simpel voorbeeld: Het is voor een Duitser veel makkelijker om Nederlands te leren dan voor een Japanner.
Auditieve discriminatie
Iets waar ik vaak kinderen mee help en ondersteun op de ISK, is auditieve discriminatie. Dit komt veel voor bij mensen die een tweede taal leren. Hieronder ziet u een folder die ik heb gemaakt voor ouders en onderwijs ondersteunden personeel.
Bronnen:
- Nt2 boek ~ Folkert Kuiken
- https://www.lowan.nl/wp-content/uploads/2020/02/Handleiding-Oren-in-de-knoop.pdf